Krijgt een leverancier of instantie geld van u, maar betaalt u niet – ook niet na betalingsherinneringen en aanmaningen? Dan kan het bedrijf of andere schuldeiser naar de rechter stappen. De rechter kan u veroordelen om de schuld plus eventuele kosten te betalen. Een van de manieren om u daartoe te dwingen is door beslag te leggen op uw bankrekening, auto of andere bezittingen. De beslaglegging moet worden uitgevoerd door een deurwaarder.
Beslag op bankrekening
Staat er een redelijk saldo op uw bankrekening, dan zal de deurwaarder daar als eerste beslag op leggen. Hij kan alleen beslag leggen op het reële saldo van dat moment. Dus niet op een eventuele kredietruimte of latere bijschrijvingen. Maar als net vóór het beslag uw salaris, vakantiegeld of kinderbijslag is bijgeschreven, kunt u daar niet meer aankomen. Bij beslag op uw bankrekening geldt geen beslagvrije voet zoals bij beslag op uw loon of uitkering.
Beslag op inboedel of bezittingen
Heeft u weinig of geen geld op uw bankrekening, dan kan de deurwaarder beslag leggen op uw inboedel of andere bezittingen. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van een slotenmaker. Mocht dit het geval zijn dan draait u eveneens op voor deze kosten. Dat kunnen ook eigendommen zijn die u ergens anders heeft, bijvoorbeeld in een opslagruimte, garage (uw auto) of op een werf (boot). Bij boedelbeslag mag op een aantal zaken geen beslag worden gelegd. Betaalt u ondanks het beslag nog steeds uw schuld niet, dan kan de deurwaarder of het incassobureau de in beslag genomen goederen in het openbaar verkopen.