De Nederlandse economie krimpt dit jaar met 0,5 procent. De negatieve economische spiraal is dus nog niet doorbroken. Om ons land uit de crisis te halen, is groei nodig. De bouwsector in ons land remt de groei met 0,5 procent. Met andere woorden: de malaise in de bouw houdt Nederland in de crisis.
Willen we snel en sterk uit de crisis komen, dan moeten we meer investeren in de bouw en infra. “Waar de bouw eerst zorgde voor een boost van onze economie, is het nu nog het sleepanker,” aldus Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland. In betere tijden was de totale bouwsector in Nederland goed voor 5,5 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en voor een productie van 55 miljard euro. De bouw was daarmee één van de aanjagers van onze economie. Helaas kan het die rol nu niet vervullen. Dit jaar krimpt de bouw met ongeveer tien procent, wat zorgt voor de 0,5 procent negatieve groei.
Woningnood dreigt
In het nieuwe regeerakkoord zien we eindelijk helderheid over de hypotheekrenteaftrek en duidelijkheid voor starters en wordt er gesproken over marktconforme huren. Ook het feit dat er een ‘Minister van Wonen’ komt is positief. Echter, daarmee zijn de problemen op de woningmarkt nog niet direct voorbij. Voormalig minister Donner gaf eerder in zijn Woonvisie aan dat er tot 2020 75.000 woningen gebouwd moeten worden om aan de vraag te voldoen. Al enkele jaren bouwen we jaarlijks ongeveer 20.000 woningen te weinig. Gaan we zo door, dan is er over vijf jaar een tekort van 100.000 woningen. De vraag naar woningen blijft immers bestaan, óók in zogenaamde krimpgebieden. Het aantal huishoudens stijgt namelijk nog steeds. In dit tempo ligt woningnood op de loer!
Slecht onderhouden infra
Goede wegen zijn essentieel voor een sterke economie. Wil je economische vooruitgang, dan zijn goede (spoor)wegen en ICT-infrastructuur onontbeerlijk. Alle ons omringende landen (Duitsland, België, Frankrijk en Groot-Brittanië) investeren daarom extra in zowel aanleg als onderhoud van hun infrastructuur. Nederland daarentegen niet. Vooral op het regionale wegennet dreigen door gebrekkig onderhoud onveilige situaties te ontstaan. Niet investeren in aanleg leidt tot stilstand en achteruitgang. Onvoldoende investeren in onderhoud staat gelijk aan desinvesteren door waardeverlies.
Zorg- schoolgebouwen moeten anders
De komende jaren moet er een flinke slag gemaakt worden op het gebied van maatschappelijk vastgoed. Door demografische ontwikkelingen en veranderingen in de bekostiging van zorg, wordt er meer klantgericht gebouwd. Er komen minder grote verzorgingshuizen maar meer kleinschalige en doelgroepgerichte woonvormen. Dat vraagt om aanpassing van de bestaande voorraad en nieuwbouw. Daarnaast zijn veel scholen verouderd en hebben ze een ongezond binnenklimaat. Veel geld dat bedoeld is voor onderhoud en renovatie van scholen wordt door gemeenten aan andere zaken uitgegeven. Politiek en maatschappelijk is er nog te weinig aandacht voor dit probleem.
Maatschappelijke vragen blijven onbeantwoord
“Er gaat nu menig aannemer of bouwbedrijf failliet, gemiddeld zes per dag” verzucht Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland. “Per maand raken ongeveer 2.000 mensen hun baan in de bouw- en infrasector kwijt. Met het huidige tempo durf ik de stelling aan dat we eind 2012 50.000 minder vakkrachten hebben dan bij aanvang van de crisis, eind 2008. Dat is rampzalig! De malaise wordt alsmaar groter, terwijl de oplossing voorhanden is. De bouw- en infrasector heeft een maatschappelijke functie, laat ons die wel vervullen! Er is nog vraag naar onze producten. Er is nog zoveel te doen!”
De Bouw maakt het
Met de slogan ‘De Bouw maakt het’ vraagt Bouwend Nederland aandacht voor de zo belangrijke bouw- en infrasector. Via radiospots, artikelen in huis-aan-huisbladen en via een campagnewebsite wil Bouwend Nederland bij (lagere) overheden en het Nederlands publiek het besef creëren dat we deze keihard sectoren nodig hebben. Brinkman: “Want we willen allemaal rijden op mooie brede wegen, we willen wonen in goed geïsoleerde woningen, een ruime en moderne keuken en we willen dat de scholen van onze kinderen een gezond binnenklimaat hebben. Dan moeten we de bouw- en infra daar wel de ruimte toe bieden. Geld vragen we niet, wel de ruimte om er samen de schouders onder te zetten.”