Vaak zie je al eerder dan je partner dat hij of zij in een burn-out aan het raken is. Je merkt dat de ander prikkelbaarder is, steeds minder goed kan ontspannen, steeds meer tijd gaat steken in het werk, Zijn/haar gedrag wordt ook anders en er kan ook sprake van zijn dat men zich meer terugtrekt. Er zijn tal van signalen dat het niet goed met je partner gaat, maar toch zie je gebeuren dat hij/zij in een burn-out raakt. Dat is moeilijk voor je partner, maar zeker ook voor jou.
Omgaan met je partner die een burn-out heeft, is zwaar en emotioneel. Hieronder staan wat aanwijzingen om je richting te geven hoe je hiermee om kunt gaan.
- Probeer je partner te overtuigen om professionele hulp te zoeken. Baseer je hierbij op de feiten en klachten die je ervaart en geef voorbeelden. Probeer emoties buiten het gesprek te houden.
- Informeer jezelf over een burn-out en waar je partner mee worstelt. Dit kan middels internet, een boek of informeer hiernaar bij de hulpverlener van je partner. Ga mee naar het eerste gesprek met de hulpverlener.
- Je partner kan mogelijk worstelen met gevoelens van schaamte. Toon begrip. Geef ruimte om te praten.
- Zoek samen activiteiten en ontspanning die energie geven. Ook als je partner zegt “geen zin of puf te hebben”, is het juist goed dat er iemand is die een zetje in de goede richting kan geven. Een wandelingetje van 15 minuten kan al bijdragen aan het herstel.
- Geef de ander de tijd om te herstellen. Oefen geen druk uit, dit werkt averechts. Luisteren is vaak belangrijker dan met oplossingen komen.
- Bespreek samen waar je de ander bij kunt helpen.
- Als de burn-out een werkgerelateerde oorzaak heeft, dan kan het zijn dat je partner het contact met het werk als zeer stressverhogend ervaart. Kijk of je hierbij kunt helpen door op te treden als (tijdelijk) contactpersoon voor het contact met de werkgever.
- Blijf betrokken, ook al is dat moeilijk als je partner prikkelbaar en negatief is.
- Zorg ook goed voor jezelf. Je kunt niet alles overnemen. Geef ook goed je eigen grenzen aan.
- Kijk of er iemand in je omgeving is bij wie je zelf steun kunt zoeken. Bij je partner zal je hiervoor minder ruimte krijgen.