Het is belangrijk om regelmatig het profiel van de banden te controleren. Als de waterafvoergroeven door slijtage niet niet genoeg zijn geworden, dan kan er tijdens een zware regenbui aquaplaning ontstaan. Bij aquaplaning ontstaat er tussen de band en het wegdek een dunne waterfilm, waardoor de auto -tijdelijk- onbestuurbaar wordt. De gemakkelijkste manier om te controleren of de profieldiepte nog aan het wettelijk minimum van 1,6 mm voldoet is met behulp van de slijtage indicatordrempeltjes. Alle banden voor personenauto’s, bestelwagens en lichte bedrijfswagens hebben slijtage-indicatordrempeltjes in het profiel. Deze drempeltjes bevinden zich in de bodem van de hoofdprofielgroeven op verscheidene plaatsen rondom de band. Hun positie wordt in de schouderzone aangegeven door kleine driehoekjes. Als de band zover is gesleten dat één of meer van de indicatoren zichtbaar gelijk ligt met de aangrenzende profieldelen, moet de band vervangen worden.
Met andere woorden: als de band is gesleten tot het punt dat de slijtage indicatoren op hetzelfde niveau liggen als de naastgelegen profielrillen of -blokken, betekent dit dat de band nog maar 1,6 mm profieldiepte over heeft. U dient uw banden onmiddellijk te vervangen omdat de prestatie van uw banden niet meer optimaal is en niet in de laatste plaats omdat 1,6 mm de wettelijke minimum norm is.
De prestatie van een band op natte wegen vermindert met het afnemen van de profieldiepte. Met een verminderde profieldiepte is de band niet in staat dezelfde hoeveelheid water te verwerken als tevoren en daarom neemt het risico van aquaplaning toe. Bovendien neemt de remprestatie op natte weg af. Daarom wordt algemeen aanbevolen om zomerbanden te vervangen bij een rest profieldiepte van 3 mm of minder.
De meeste winterbanden zijn voorzien van speciale winterslijtage-indicatoren. De positie van deze winter-slijtage indicatoren in het profiel worden in de schouder aangegeven door een sneeuwvlok symbool. Als de band zover is gesleten dat de slijtage indicator op hetzelfde niveau ligt als de naastgelegen rib of blok, heeft de band nog maar 4 mm profieldiepte over. In het algemeen wordt aanbevolen winterbanden met minder dan 4 mm profieldiepte te vervangen. Dit om er voor te zorgen dat de optimale rijprestatie onder winterse omstandigheden gewaarborgd blijft.
Als uw banden onregelmatig slijten, kan dit een indicatie zijn dat uw banden niet de optimale bandenspanning hebben of dat er een of ander probleem met het onderstel is.
– Als het profiel dieper is aan de randen dan in het midden, is de bandenspanning
mogelijkerwijs te hoog. NB: Bij sportieve banden op de achteras van een
achterwielaangedreven auto kan ook een te lage spanning de oorzaak zijn.
Raadpleeg daarvoor een bandenspecialist of bandencentrale.
– Als het profiel dieper is in het midden dan aan de randen, is de bandenspanning
mogelijkerwijs te laag.
– Als de profieldiepte aan de ene kant dieper is dan aan de andere, dan dient u
snel de
uitlijning van uw auto te laten controleren.
Denk er dus aan om regelmatig de diepte van uw brandenprofiel en bandenspanning te controleren om uw veiligheid op de weg te waarborgen.