Nederland heeft een nieuw soort huizen nodig, die zo weinig mogelijk energie verbruiken en liefst zélfs energie opleveren. Waar je comfortabel kunt wonen, ook als je oud of ziek wordt. En waar je goed kunt werken. Inspringen op die behoeften levert niet alleen een fijne leef- en werkomgeving op, maar ook nog eens duizenden banen in de bouwnijverheid. Nederland moet een schaalsprong maken à la de Britse Green Deal: daarbij maken de Britten de komende 25 jaar maar liefst 26 miljoen bestaande huizen energiezuinig. In tegenstelling tot wat minister Verhagen (economische zaken) vindt, is er meer nodig dan het huidige energiebeleid. Verhagen noemt het beleid succesvol, wij noemen het te vrijblijvend, te wisselvallig, te versnipperd en te weinig ambitieus.
Energieprijzen
Volgens onderzoeksbureau CE Delft is de bebouwde omgeving in Nederland jaarlijks verantwoordelijk voor 35 à 40 procent van alle CO2-uitstoot. Bovendien betalen mensen straks meer aan energie dan aan huur als de energieprijzen blijven stijgen. Diezelfde bebouwde omgeving kan echter in 15 à 20 jaar tijd energieneutraal worden, bestaande woningen, kantoren en scholen kunnen worden vergroend, daken en gevels kunnen worden gebruikt voor energieopwekking en waterberging. Macro-economisch zitten er grote voordelen aan. Het zorgt voor extra werkgelegenheid doordat de vraag naar bijvoorbeeld een loodgieter, installateur of timmerman toeneemt. Het vastgoed wordt bovendien meer waard. En ook voor huurders en investeerders zijn de voordelen van verduurzaming evident.
Thuiswerkers
Daarnaast moeten woningen worden aangepast zodat ouderen langer in hun huis kunnen wonen. En er werken steeds meer mensen thuis. De laatste vier jaar zijn er volgens het CBS duizenden vaste werkadressen verdwenen, terwijl er 48.000 thuiswerkers zijn bijgekomen. De bestaande huizenvoorraad stelt Nederland voor een enorme opgave, waarop antwoord nodig is. Dat antwoord mag niet blijven afhangen van de afwegingen van individuele burgers. Van hén wordt nu gevraagd te investeren, maar ze kunnen de kansen en risico’s onvoldoende overzien. Zíj moeten nu maatregelen treffen, maar de opbrengsten ervan komen niet op korte termijn bij hen terecht. En daarom kiezen burgers vaak voor de vermeende veilige weg, en dat is: niet investeren.
Green Deal van start
De Britse Green Deal gaat deze maand van start. Hierbij geven energiebedrijven en de financiële sector elke eigenaar en huurder investeringskrediet voor de energiebesparende maatregelen die zij willen treffen. Gaat iemand verhuizen, dan blijft de lening aan de woning hangen. Het terugbetalen ervan gebeurt via de energierekening, en die wordt lager dan zonder de maatregelen het geval zou zijn. Een deel van de verlaging wordt gebruikt voor het afbetalen van de lening. De verwachtingen zijn hooggespannen. In Nederland zijn er wel aanzetten, maar ontbreekt een robuuste prikkel van de overheid. Zo’n overheidsimpuls hoort thuis in het nieuwe regeerakkoord. De Nederlandse variant op de Green Deal zou moeten inzetten op duurzaamheid en het huis als nieuwe werkplek. Als basis dient het eigen initiatief van burgers, maar in een verzekerde omgeving. Om het systeem op gang te helpen, is een overheidsinvestering nodig, onder meer in scholing van werknemers. Dat geld moet te vinden zijn, want het levert per slot van rekening ook geld op. Ook werkgevers investeren mee: in en vanwege het nieuwe werken. Door bijvoorbeeld het gebruik van kunststof kozijnen, worden banen in de bouwnijverheid gecreëerd, wat weer uitkeringslasten bespaart. Kortom: er is alle reden de Dutch Green Deal te omarmen. Vanuit het oogpunt van duurzaamheid, de economie en werkgelegenheid, en het woongeluk.