Private equity is risicodragend vermogen afkomstig van beleggers en wordt gebruikt voor de financiering van niet-beursgenoteerde ondernemingen.
Aandelen van bedrijven die via een IPO door private equity bedrijven naar de beurs zijn gebracht presteren beter dan van bedrijven die op eigen kracht een beursnotering aanvragen. Dit blijkt uit een onderzoek van de Europese vereniging voor private equity en durfkapitaal (EVCA) in samenwerking met een Duitse universiteit. Over de periode 1996-2010 werden de beursprestaties van beide categorieën beursdebutanten vergeleken en vooral in het eerste jaar scoorden de private equity aandelen beduidend beter. Na 250 handelsdagen hadden zij de markt met bijna 10 beter gepresteerd. Vergeleken met de andere nieuwkomers presteerden zij zelfs ruim 18 procent beter.
Een investering in een jong bedrijf wordt Venture Capital genoemd, oftewel durfkapitaal. Dit is kapitaal met veel risico maar ook met potentieel voor enorme rendementen. Private equity betekent letterlijk privaat vermogen. Het is de benaming voor investeerders die buiten de aandelenbeurs om bedrijven financieren.
Een beursgenoteerd bedrijf kan nieuwe aandelen uitgeven op de beurs als het geld nodig heeft, een niet-beursgenoteerd bedrijf kan dat niet. Als een dergelijk bedrijf geld nodig heeft kan het deze ophalen bij een bank of bij private investeerders. Bedrijven maken nogal eens gebruik van privaat vermogen als ze extra geld nodig hebben tijdens de start- of groeifase en tijdens een reorganisatie of doorstart. De private investeerder investeert geld in het bedrijf en wordt hierdoor aandeelhouder. Soms zal een investeerder zeggenschap eisen in de onderneming, vooral als hij relatief veel eigen vermogen verschaft. Na enkele jaren wordt het belang weer verkocht. Bij kooplustige Private equity partijen zijn op het ogenblik vooral biotech en gezondheidszorg in trek. Deze sectoren waren vorig jaar goed voor maar liefst 40 procent van alle investeringen, een lichte stijging ten opzichte van voorgaande jaren.