De nieuwe richtlijn wordt door een integraal veiligheidskundige aangeraden om op te nemen in het plan van aanpak RI&E. De impact van de richtlijn kan veel betekenen voor een bedrijf of onderneming. De BRZO 2015 werd van kracht op 8 juli 2015 en vervangt het vorige besluit dat uit 1999 stamt. Bij laagdrempelige bedrijven kan de richtlijn ervoor zorgen dat zij nu hoogdrempelig worden en vice versa.
BRZO inspectie ondervangen door een aangepast plan van aanpak RI&E
Doordat laagdrempelige organisaties hoogdrempelig worden zullen zij ook onder dit besluit gaan vallen. Een integraal veiligheidskundige kan dan een nieuw onderdeel binnen het huidige plan van aanpak RI&E in gang zetten om zo goed voorbereid te zijn op de eerstvolgende BRZO inspectie. In de nieuwe BRZO 2015 is onder andere GHS geïmplementeerd. De opslag van mengsels van diverse gevaarlijke stoffen is opgenomen in het besluit alsmede die van de zuivere gevaarlijke stoffen. De hoeveelheid van de aanwezige stoffen bepaald of de drempel als hoog- of laagdrempelig wordt gezien. De integraal veiligheidskundige kan dit voor bedrijven uitzoeken. De verantwoordelijkheid ligt bij de bedrijven zelf.
Tweede wijziging Seveso III
Op 1 juni 2015 is daarnaast een andere belangrijke regel van kracht geworden. De indeling van chemische stoffen is daarin vervangen door de CLP verordening. De stoffen worden dan alleen nog ingedeeld volgens deze regels. Bedrijven dienen zelf uit te zoeken of de nieuwe regelgeving voor hun iets veranderd. De integraal veiligheidskundige zorgt samen dat de juiste veranderingen worden doorgevoerd voor de volgende BRZO inspectie. Door een goed plan van aanpak RI&E op te stellen wordt snel duidelijk wat de consequenties van de wijzigingen voor de organisatie inhouden.